Fiat Panda MK2 (141)
Heb je opmerkingen of aanvullingen voor deze pagina? Laat het de webredactie weten!
In 1986 werd de Panda echt vernieuwd. De basis voor een deel van die vernieuwing werd al gelegd in het jaar dat de Panda uitkwam. Fiat en PSA (de groep waarin Peugeot, Citroën en Talbot waren samengebracht) tekenden een contract om gezamenlijk een nieuwe motor voor de kleinste modellen van beide concerns te maken. Dat contract behelsde, behalve een hoogmoderne motor, tevens het opzetten van een verregaand geautomatiseerde productie. Voor beide concerns konden dan zeer grote aantallen worden geproduceerd. Er was sprake van een capaciteit van 2500 stuks per dag in de fabriek in het Italiaanse Termoli. Dit was een bestaande motorenfabriek van Fiat. De motor werd FIRE gedoopt, wat stond voor Fully Integrated Robotized Engine. Dat ‘robotized’ sloeg dan op de productie, het ‘integrated’ sloeg op het motorontwerp, waarin zo weinig mogelijk onderdelen – een lichte motor -werden gebruikt. Bovendien was het ontwerp gericht op laag brandstofverbruik. Typisch Italiaans was dat de afdeling vormgeving van Fiat ook nog voor een fraai uiterlijk zorgde.
Fiat kon een nieuwe, kleine motor, in plaats van het trouwe motortje met zijdelingse nokkenas dat al vanaf het model 600 uit de jaren vijftig dienstdeed, goed gebruiken. De FIRE-motor werd in eerste instantie ontworpen als een vier- cilinder van 999 cc die, net als de oude 903 cc motor van Fiat, 45 pk leverde.
Met een maximumkoppel van 8,0 kgm bood hij echter aanzienlijk meer trekkracht. Het verbruik lag 15% lager. In deze vorm debuteerde de motor in de Lancia Y10, die in 1985 uitkwam. In 1986 was er ook een tot 770 cc verkleinde uitvoering klaar. Deze was met 34 pk de vervanger voor de oude 843 cc motor van de Panda. De luchtgekoelde tweecilindermotor bleef alleen nog in het programma voor de 126. De Panda 30 met zo’n motor verdween.
MINDER SPARTAANS
Het idee om de Panda te presenteren als een super eenvoudige auto in de stijl van de Citroën 2CV, werd opgegeven. Het publiek eiste meer volwassenheid, zo was gebleken. Daaraan werd tegemoetgekomen met de gemoderniseerde Panda. Hij had, behalve nieuwe motoren, ook een iets ander aanzien. Hij kreeg onder andere een echte gril van kunststof. Luxe uitvoeringen kregen echte kunststof stootstrips op de flanken. De ruwe steenslagwerende lak, die eerst deze functie had, verviel. De carrosserie werd voortaan helemaal met glanslak afgewerkt. Het comfort moest verbeterd worden. Hiertoe werd een originele nieuwe achterwielophanging ontworpen. De oorspronkelijk rechte asbuis kreeg een soort V-vorm (waar men bij Fiat de Griekse letter Omega in zag, zodat de constructie daarnaar werd genoemd). Korte, schuin geplaatste armen hielden deze asbuis aan de uiteinden op zijn plaats. In het midden had hij verder nog een bevestigingspunt. Het was de bedoeling dat de constructie zo de voordelen van een starre as en een onafhankelijke wielophanging combineerde. Het is echter niet onwaarschijnlijk dat alleen al de overgang van bladveren naar schroefveren veel bijdroeg aan een beter comfort. De lichtere motor zorgde voor enkele tientallen kilo’s besparing op het totale wagengewicht. Dat moest wel gevolgen hebben voor het weggedrag. Wat dit betreft viel niet vast te stellen in hoeverre dat door de nieuwe achteras vooruit was gegaan. Doordat de Fiat 127 uit de productie ging (de Uno was veel ruimer) kon de Panda worden opgewaardeerd tot een gewone, kleine auto. Inmiddels bleek voor een nieuwe Lelijke Eend of Fiat 500 geen markt meer te zijn.
Er waren nog meer veranderingen aan het model aangebracht. De kentekenplaat verdween van de achterklep en vond een plaats in de bumper. De tochtraampjes verdwenen uit de portieren. In eerste instantie kwam de nieuwe Panda als 750L en als 1000CL op de markt. De 1000CL had nu echte stoelen, die tevens verstelbaar waren en een echte achterbank die neerklapbaar was. De 750L had nog de “hangmatstoelen” en de bijzondere achterbank. In 1987 kwam er de 750CL, die de luxe van de 1000CL had en de motor van 750L.
DE PANDA EVALUEERT VERDER
Midden jaren tachtig werden de milieu eisen voor auto’s steeds strenger. Auto’s werden steeds meer voorzien van katalysatoren. Fiat ontkwam hier ook niet aan. Begin 1989 deed de katalysator zijn intrede in de Panda. De Panda 1000CL werd voorzien van de FIRE motor met elektronische benzine inspuiting in plaats van een carburateur. Tevens werd het uitlaatsysteem voorzien van een drieweg katalysator met lamba sonde. De Fiat Panda 1000CL ging voortaan door het leven als Panda 1000 CLie. De Panda 750 L en CL verdwenen van de markt. Als goedkoopste Panda was nu de Panda 1000 Lie te verkrijgen.
Een heel bijzondere Panda kwam in 1990 uit. Een Panda met een elektromotor, de Panda Elettra. Deze Panda was een tweezitter. Achter de voorstoelen waren de batterijen geplaatst. Onder de motorkap huisde een elektromotor van 18 PK en nog enkele batterijen. Door die batterijen nam het gewicht van de auto drastisch toe. De Panda woog in deze uitvoering 1150 KG tegen 700 KG voor de benzine uitvoering. In 1992 kwam er een verbeterde versie van deze Panda uit. De motor had meer vermogen, nu 23,8 PK en het gewicht van de batterijen was ook lager.
Tot nu toe was er nog geen automaat voor de Panda beschikbaar, dit in tegenstelling tot andere kleine auto’s die wel met automaat leverbaar waren, zoals de Suzuki Alto en de Daihatsu Cuore. In 1991 kwam hier verandering in. In dat jaar bracht Fiat de Panda Selecta uit. De wagen was voorzien van een 1,1 liter FIRE motor, die 50 PK leverde en gekoppeld was aan een CVT. Deze 1,1 liter FIRE motor werd in 1994 ook toegepast in de Panda 4X4.
De volgende belangrijke facelift voor de Panda kwam in de nazomer van 1991. De auto kreeg een aangepaste gril, die beter paste bij de huisstijl van Fiat. Ook het interieur werd aangepast met nieuwe bekledingsstoffen en voor de L versie echte stoelen en een echte achterbank in plaats van het “hangmatten interieur”. De Panda was nu leverbaar als L, CLX, Super, Selecta en 4X4.
1994 was het volgende jaar waarin er weer veranderingen aan de Panda werden doorgevoerd. De L en de CLX kregen weer de oude motor uit de Panda 45. Deze motor was van 903 cc teruggebracht naar 899 cc. De motor werd voorzien van single point injectie en natuurlijk de drieweg katalysator. Deze motor gebruikte
Fiat als sinds eind 1992 in de nieuw uitgebrachte Cinquecento. Verder werd het interieur weer iets aangepast. De Panda Selecta bleef de 1,1 liter FIRE motor behouden.
Tussen 1994 en 2001 werden er wat kleine veranderingen aan de Panda aangebracht. De meeste veranderingen hadden betrekking op het interieur. De type aanduidingen werden ook veranderd in die periode. Zo had je de Panda Hobby, Young en Jolly. Vanaf 1994 heette de Panda 4X4 Panda Trekking 4X4. De Panda Selecta bleef tot 1999 leverbaar.
De volgende en de laatste facelift voor de Panda vond plaats in 2001. De belangrijkste wijziging was wel het vervangen van de 899 cc motor door een moderne 1108 cc motor. Verder veranderde er niet zo veel.
De Fiat Panda was leverbaar als 1.1 Young, 1.1 Hobby en 1.1 Trekking 4X4.
Tot september 2003 was de Fiat Panda 1.1 Young de goedkoopste auto die in Nederland nieuw te koop was
De Fiat Panda is geproduceerd tot 5 september 2003. Op die datum is de laatste Panda oude stijl van de band gerold.